Angel featuring Punky Meadows & Frank DiMino

Angel is zeer zeker een Amerikaans concept. Ze werden ontdekt door Gene Simmons van Kiss, die een typisch Amerikaans marketingplan in zijn hoofd had met zijn bedrijf Casablanca: het maagdelijke schone ANGEL, puur en onschuldig, tegenover een zwarte, duivelse, slechte en geïnteresseerde Kiss. De farce bevalt wel, maar ANGEL is zéér verschillend ten opzichte van Kiss. Is de hardrock van Simmons en Stanley eerder een standaardvorm, glam en vol kunst, zo is de hardrock van ANGEL rijk en beïnvloed door de progressieve rock, die snel wordt geassimileerd in de rockpomp uit de VS.

 

“Angel”, in 1975 met het fantastische “Tower”, zet drie verschrikkelijk goede muzikanten in de voorgrond: gitarist Punky Meadows, toetsenist Gregg Giuffria en zanger Frank DiMino. “Helluva Band” (1976) en “On Earth as It is in Heaven” (1977), geproduceerd door de grote Eddie Kramer, maken een soort mythische trilogie compleet.

 

Na de diverse muzikale avonturen van het trio, komt ANGEL, helemaal opgeblazen en in topvorm bij ons terug met Meadows en DiMino. Het is de fantastische toetsenist Charlie Calv, ex Shotgun Symphony, die de eer heeft om Gregg Giuffria te vervangen. Is het nodig om nog te zeggen dat ANGEL nog nooit in België is geweest…

220 Volt

Uit analyse blijkt dat 220 VOLT misschien niet intrinsiek minder kwaliteiten heeft dan hun landgenoten van Europe, althans in het begin. De parallel is verre van absurd. Ze werden in hetzelfde jaar – in 1979 – opgericht en ze stelden beiden een harde, niet vurige melodie voor, maar met een overschot aan Scandinavische charme. Ja, “Europe” (1983) kwam niet voorbij aan “220 Volt” (ook 1983) en “Wings of Tomorrow” (Europe 1984) en “Power Games” (220 Volt, ook 1984),  stonden min of meer op gelijke voet. Alles speelde zich uiteindelijk af rond één single – “The Final Countdown” – en op het charisma van de zanger / leider Joey Tempest, de drijvende kracht achter de winnende groep.

 

Mats Karlsson, de leadgitarist – aanwezig in alle line-ups – en zijn praetoriaanse wacht, de andere gitarist Thomas Drevin en drummer Peter Hermansson, hebben nog nooit deze frontman kunnen vinden die hen naar andere oorden kon leiden. Na het uitstekende “Walking in the Starlight” in 2014 belooft 220 VOLT in 2019 nieuw materiaal en een superspannend optreden bij het GARF.

Heavy Pettin

1982. De hardrock-aardbol heeft nog nooit zo’n expansie ondergaan. Goede bands verschijnen overal. Het Schotse HEAVY PETTIN is geen uitzondering. Ze profiteren van hun voordeel: producer Brian May, de gitarist van Queen.

 

Het vervolg zal niet lang op zich laten wachten: met “Lettin’ Loose” wordt HEAVY PETTIN beschouwd als het nieuwe Def Leppard en het speerpunt van de tweede golf van de NWOBHM. The Reading 1983 drijft het toppunt: looks sexy, aanleg, geweldige melodieën en deze Hamie, een kleine reïncarnatie van de geweldige Rod Stewart …

 

HEAVY PETTIN eindigt door aan het formaat AOR toe te geven. “Rock Ain’t Dead” uit 1985, is een een referentie-album. Misschien het beste van het genre in Groot Brittannië. Na enkele slechte keuzes – het Eurovisie Songfestival(!) – en dwaze timing, is HEAVY PETTING in 2019 bij ons terug om wraak te nemen!

Pat McManus plays Mama’s Boys

PAT McMANUS plays Mama’s Boys

 

De drie Ierse broers McMANUS explodeerden in de nieuwe hardrock sfeer van het begin van de jaren 80. Pat op gitaar en … op de viool(!), John op bas en Tommy op drums bieden ons een typisch Iers hard gevoel, badend in een Keltische rouwe rocktraditie. Dit alles wordt concreet met de o zo vlammende albums  als “Plug It In” (1982) en hun single “Needle in the Groove”, “Turn It Up” (1983) en een tournee met Thin Lizzy alsook “Power and Passion” (1985), waarvan we het exceptionele “Don’t Tell Mama” moeten onthouden.

 

Het overlijden, als gevolg van een leukemie van Tommy, doet de groep exploderen. Sindsdien gaat PAT “The Professor” McMANUS verder met het prediken van het goede woord. Heel zeldzaam, hij heeft ons beloofd om bij zijn show vooral de nadruk te leggen op het prachtige MAMA’s BOYS. Herinneringen, herinneringen…

Irish Coffee

IRISH COFFEE werd al in 1970 in Aalst opgericht, terwijl de Belgische rock nog in de kinderschoenen staat. Een hitsingle, “Masterpiece”,die hoog genoeg in de hitlijsten staat, plaatst de groep rond gitarist / zanger William Souffreau in het voetlicht. Met Louis de Vries, de baas van Pebbles, als manager, straalt IRISH COFFEE in 1971 al vroeg met een gelijknamig album, dat op dit moment nog steeds cult is. De samenstelling tussen de jonge hardrock en de meer volwassen blues / rock van Deep Purple / Uriah Heep was de goede samenstelling.

 

IRISH COFFEE houdt er té snel mee op door het overlijden van hun toetsenist Paul Lambert. William Souffreau, de beste Belgische hardrockzanger aller tijden, geeft echter nooit op. Je loopt het risico omver geblazen te worden op deze derde dag van het GARF, met hun warme alcoholische drank!

 

Uli Jon Roth plays Scorpions

De komst van onze vriend ULI JON ROTH naar het “Golden Age”, was onvermijdelijk. Hij heeft altijd een sterke en bijzondere band met de Ardente-stad onderhouden. Dat komt naar boven in het midden van de jaren 70, wanneer Luik de eerste buitenlandse haven werd voor onze giftige SCORPIONS. Uli heeft heel veel vrienden in Luik, en hij denkt met nostalgie terug aan de eerste stappen van een toekomstige grote groep, waarin hij het onderwerp van verheerlijking is geworden, zelfs al heeft hij moeite gehad om te floreren. “Ik ben altijd teleurgesteld geweest over de opname-omstandigheden. Ik heb nooit het geluid gehad, dat ik wilde” vervolgt de getalenteerde gitarist. Die trouwens de uitvinder van de Sky Guitar is.

 

Hij doet aan vier albums van de SCORPIONS mee, maar Uli is veel meer geweest dan die concurrerende hippie van Hendrix met chirurgische precisie: “Virgin Killer, uit 1976, is mijn  favoriete album van de SCORPIONS. Het is het album, waar ik het meest bij betrokken ben geweest. “Taken By Force” is zachter en melodischer dan de anderen. Ik heb de kans gehad om “Sails of Charon” en “We’ll Burn the Sky” te schrijven, maar ik had “ELECTRIC SUN” al in mijn hoofd”, geeft hij toe.

 

ELECTRIC SUN! Die naam is weggelaten. ULI is eindelijk eigen baas geworden en stelt ons een soort mix tussen de blues/rock met invloeden van Hendrix, en klassieke grootsheid voor. Het hoogtepunt van deze periode is “Beyond the Astral Skies” uit 1985 met een productie, die eindelijk zijn hoogtepunt bereikt. Deze geboren Düsseldorfer, vegetariër, cantor en inspirator van neoklassieke metal, gaat met ons zijn vijftig jaar aanwezigheid op het podium vieren.

The Night the Master Comes?

Moxy

Jullie willen iets wat nog nooit vertoond is? Jullie worden op jullie wenken bediend! Want Moxy heeft nog nooit enige voet in onze contreien gezet. Opgericht in 1974 in Toronto – een stad die zó rijk aan goede rock combo’s is –, ziet het MOXY van gitarist en bandleider Earl Johnson, Tommy Bolin – jazeker, toekomstige Deep Purple – enkele banderilla’s plaatsen op het eerste muziekstuk. MOXY II wordt geproduceerd door Jack Douglas, de producer van Aerosmith. Het is de tijd van vergelijkingen: Aerosmith, Rush… voor sommigen, en voor Geoff Barton, specialist in hardrock voor Sounds Magazine, ronduit met Led Zeppelin.

 

Ridin’ High, uit 1977, is het meest overtuigende album, het meest in het oog springende. De hardrock van MOXY balanceert hard met de dood, met een heel speciaal gevoel. Dat van de magische jaren 70. MOXY vervangt zanger Buzz Shearman door de toekomstige Loverboy Mike Reno – voor een korte tijd -, begrijpt de komst van melodieuze rock verkeerd en mist onvermijdelijk de jaren tachtig en later…

 

MOXY komt uit zijn doodskist, na een hele lange tijd klinisch dood te zijn geweest, als Lazarus, in 2015 met re-recordings en een vurig livealbum: 40 Years and Still Ridin’ High! Earl Johnson groener dan ooit, zal naar het GARF komen met jonge coyotes met lange tanden, om onze neuronen te laten vliegen met “Can not You See”, “Moonrider”, “Sail On Sail Away”, “Midnight” “I’ll Set You on Fire”… eeuwig vuurwerk van een roestvrijstalen rock.

Robby Valentine plays Queen

Nederland weet toevallig niet wat voor een geluk het heeft, om een toptalent in huis te hebben: ROBBY VALENTINE. Zijn muziek, de AOR, heeft geen beste beoordeling. Zij is zelfs controversieel…. Maar in zijn genre, is VANENTINE net zo veel waard als de Amerikanen en de Engelsen.

 

Al meer dan 10 jaar verdedigt de grote fanaticus van Queen met vertrouwen en een zeker succes de muziek van de Engelse gigant die met het overbekende “Bohemian Rhapsody”, dat nu in de actualiteit terugkwam. Vriend Robby is zo sterk en geïnspireerd – hij is geen goedkope kloon van Meester Mercury – in het brengen van het repertoire van Queen, dat men zich afvraagt hoe Brian May en Roger Taylor de voorkeur hadden kunnen geven aan Adam Lambert, een product uit een reality tv-serie. Snappen wie kan!

 

De kleine Bataven-meester zal echter de oude fans van Queen doen verrukken en de nieuwsgierigen verrassen. Somebody to Love?

Alain Pire Experience

Voormalig gitarist van Such A Noise – neigt naar blues rock – ex leader van Huy – goede pop –, Alain Pire wilde zijn nieuwe project graag markeren met goede psychedelische elementen. Alain en de psyche. Een groot liefdesverhaal. Hij heeft, voor de goede orde, daarvoor een universitaire thesis over de Britse psychedelische rock uitgewerkt. Nu heeft de ALAIN PIRE EXPERIENCE een stevige basis. Zijn tweede album “Songs from the 13th Floor” was een van de grootste verrassingen van 2016 met een “Turn On, Tune In, Drop Out”, waardig om te verschijnen in het pantheon van de Britse rock/psychedelica.

 

Als trio, met bassist René Stock en drummer Marcus Weymaere, zal Alain het bal van onze typische seventies-dag openen. Met of zonder paddo’s?

Tygers Of Pan Tang

 

Het is 1981, wanneer de TYGERS OF PAN TANG hun eerste album hebben gemaakt, “Spellbound” en zo de wereld van zware muziek hebben veroverd. Het is ook in de volle  NWOBHM periode dat de leider en gitarist Robb Weir zijn ideale aanvulling vond met John Sykes (toekomstige Thin Lizzy, Whitesnake, …) en Jon Deverill, zanger/screamer van Persian Risk. Na een periode buiten beeld te zijn, keren de Engelse Tijgers weer terug in het nieuwe millennium, met een verwoestend concert in het beroemde Wacken.

 

Sindsdien is het in de 2e jeugd: een prachtig album in 2016, dat goud haalt, en met podiumprestaties , waar Weir en zijn nieuwe tijgerwelpjes schaamteloos zonder schaamte zijn.